De term JavaScript komt je mogelijk niet bekend voor, maar de afkorting JS ken je misschien dan juist weer wel. Zo wordt JavaScript namelijk regelmatig genoemd! Beide termen betekenen dan ook precies hetzelfde, ze staan namelijk voor een geïnterpreteerde programmeertaal. Deze voldoet aan de ECMAScript specificatie en is een zogeheten high-level taal. Samen met HTML en CSS maakt JavaScript een groot en belangrijk gedeelte uit van het internet. JS maakt namelijk interactieve pagina’s mogelijk, terwijl het ook veel toegepast wordt voor het creëren van webapplicaties. Onderstaand kun je meer over JavaScript lezen, inclusief waarom het belangrijk is.
Wat is de geschiedenis van JavaScript?
In 1993 werd de eerste grafische browser gelanceerd die de Mosaic web browser werd genoemd. Netscape Navigator kwam een jaar later hieruit voor. Toentertijd waren de webpagina’s nog statisch, maar in 1995 was dit niet langer geval. Dat jaar werd er namelijk een scripttaal toegevoegd aan Navigator. Dit was de Java programmeertaal die ontwikkeld werd in samenwerking met Sun Microsystems. In dezelfde periode werkte Brendan Eich de Schema ook aan een programmeertaal, dit werd later LiveScript genoemd. Kort daarna werd het omgedoopt tot JavaScript, wat dus niet dezelfde programmeertaal is als het Java van Sun Microsystems.
Waarom is JavaScript belangrijk?
Zo’n 95 procent van de websites gebruiken JavaScript voor het zogenoemde client-side scripting, die deel uit maken van de HTML code. JS kan standaard gebruikt worden op alle populaire browsers om op deze manier op de systemen van de gebruiker code te activeren. Daarnaast wordt deze taal hedendaags ook toegepast voor andere doeleinden naast browsers. Denk hierbij aan GNOME Shell extensies die geschreven zijn in JavaScript, terwijl JS ook scripts in PDF documenten mogelijk maakt in Adobe Acrobat.
